Bij de betekenis van het oud Hollandsche spreekwoord rijden en omzien wordt gesproken over: 1 men moet Rijden en omzien (=men moet voorzichtig te werk gaan) 2 Rijden en omzien (=verderdoen maar ook opletten) Het woordenboek geeft als definitie van omzien: Om.zien (zag om, heeft omgezien) 1 omkijken 2 uitkijken naar: omzien naar een nieuwe woning 3 belangstellende zorg tonen: niet omzien naar iem.
Als invalchauffeur rij en zie ik om. Ik zorg voor een gezellige en veilige autorit van huis naar school en weer terug. Onderweg hebben we plezier. Ook de kinderen zien om naar mij.
Een auto voor mij rijdt als een slak. Bij het verkeerslicht slaat ook zijn motor nog af. Ik probeer rustig te blijven, haal heel diep adem en zucht uit met briesende lippen. Achter mij hoor ik een vrolijk kirrend geluid. Ik kijk achterom. Marietje schatert het uit en kijkt mij met grote ogen aan. Ze kraait: paard, paard, daa. Met een priemend vingertje wijst zij naar mij.
Ik ben weer helemaal zen.
roboodt