Als beeldhouwer heb ik nooit inhoude­lijke teksten geschreven over mijn beelden, dan was ik wel schrijver geworden. En een beeld dat tekstuele uitleg nodig heeft is geen goed kunstwerk. Als het verhaal over een idee belangrijker is dan de beeldende uitwerking ervan, dan mist er een fundamenteel kenmerk: de visuele beleving.
Het verhaal wat ik met mijn ruimtelijk werk vertel is vaak ook een heel ander verhaal dan dat het bij de toeschouwer oproept. Die heeft zijn eigen associatie en interpretatie, los van mijn referentie­kader van waaruit ik het beeld maak. Dat maakt kunst juist zo spannend. En wie ben ik om de toeschouwer zijn eigen verhaal te ontnemen?

Tekst als titel is wel belangrijk. Z.T. is geen titel. Een kunstwerk heeft een titel nodig. Mijn beelden zijn als kinderen voor mij. Wil je communiceren over je kinderen, dan moet je ze bij hun naam aanspreken. Titels mogen alleen geen synopsis zijn van het verhaal dat wordt verteld. Geef nooit een grote bal met een kleine bal erbij ‘moeder en kind’ als titel.
Mijn titels vertellen soms wel iets over de ontstaansgeschiedenis van het werk of over de aanleiding om het te maken. Bij ‘het kleine jongetje’ was een overweldigend gevoel van de natuur in Ierland de aanleiding voor een beeld. Een titel als ‘vier uur op, vier uur af’ verwijst naar het verlijmingsproces. ‘Pappie, waar kom ik vandaan’ is een liedtekst die tijdens het maken van het beeld in mijn hoofd bleef rondzingen.
Een titel kan ook een letterlijke beschrijving zijn van wat je ziet: ‘lood in glas raam’, ‘wandobject in hoek van huiskamer’, ‘installatie met loden kinderschoentjes’. Woordspelletjes, cryptische zinnen en spreekwoorden werken als triggers om het beeld te bekijken. Titels als ‘glas in lood, lood in glas’, ‘requiem met omfloerste trom’, of ‘geloof, hoop en vlammen’ maken nieuwsgierig.

Samen met vriend Herman Baljet heb ik het boekje uitgegeven: ‘Wat je ziet is niet Margriet’. Herman schrijft hierin versjes bij titels van mijn beelden. Na aanleiding van de titel ‘werk in uitvoering’ schrijft hij: (…) Daar heerst plotselinge stilte / De hitte maakt plaats voor wat kilte / Daar wordt gewacht en gezeten / Eindelijk tijd om te eten / daarna weer grote beroering… / Werk in uitvoering!
In plaats van met mijn handen en soms mijn hele lijf met gewichtige materie bezig te zijn, ben ik nu met zinnen en verhaalopbouw in de weer. Proza, poëzie of drama, literatuur dus, worden nog wel als kunst beschouwd. Maar het schrijven van columns en blogs?
Al jaren schrijf ik haiku’s en terzijdes: losse woorden of zinnetjes van enkele woorden onder elkaar. Het zijn gedachten­spinsels opgetekend voor het plezier en de glimlach. Ook schrijf ik verhaaltjes over persoonlijke en familiegebeurtenissen, columns met een feuilleton karakter.

De titel van een oud kunstwerk is ‘ik weet niet wat wel’. Herman schrijft daarover (…) Ik doe het heel snel / Zing een opgewekt lied / Want ik weet niet wat wel / Maar weet ook niet wat niet. Waarom ik schrijf is mij wel duidelijk, maar wat ik wil vertellen nog niet.

Nog heel wat uit te schrijven dus, werk in uitvoering.

29-08-2022

Roboodt

Een ode aan Herman Baljet († 2001)