‘Meneer Roboodt’ hoor ik vanaf de achterbank. Sinds een naamspelletje, spreekt Pietje mij consequent aan met meneer Roboodt. ‘Ja, wat is er Pietje.’ ‘Ik zag je vanochtend de ramen poetsen, met U bril op je voorhoofd.’ Niet begrijpend vraag ik aan hem waar hij dat heeft gezien. ‘Naast mij’, antwoordt hij.
Dan begint er mij iets te dagen. Het kantoortje naast zijn groep heeft ramen met elektrische bediening die niet goed werkte. De administratie vroeg mij daar even naar te kijken. Staande op een trap heb ik wat aan de batterijen gerommeld. En ja, daarbij had ik om dichtbij goed te kijken mijn bril op mijn voorhoofd gezet.
Pietje is een kind dat niets ontgaat. Zo vertelde hij mij die ochtend bij het instappen al dat Marietje ‘s middags niet mee zou rijden. Dat had hij de moeder van Marietje gisteren tegen de vaste chauffeur horen zeggen.
Kleine potjes hebben grote oren en willen o zo graag helemaal groot zijn.
roboodt