In de groepen wordt gewerkt met gebarentaal als ondersteuning bij de taalontwikkeling en om contact te maken. Bewegingen maken vraagt de aandacht. Juist bij kinderen die erg in hun eigen wereldje op gaan, al moet je de gebaren soms letterlijk recht onder hun neus uitvoeren. Dit leer ik in de workshop gebarentaal die wij als chauffeurs krijgen tijdens onze teamdag. Overdreven mimiek en het hardop uitspreken van het woord zijn hulpmiddelen die vertraging geven waardoor je makkelijker te verstaan bent.
Leuk om goedemorgen te kunnen gebaren, maar… in de auto heb ik twee handen aan het stuur. Oogcontact heb ik via de binnenspiegel, dus moet ik hun gebaren in spiegelbeeld lezen. Buiten de auto heb ik meestal mijn handen vol met de rugzakjes van de kinderen of loop ik met ze hand in hand. Gebarentaal voelt voor mij alsof ik met volle mond tegen de kinderen praat.
Pietje mummelt en gebaart naar mij dat het regent. Ik begrijp hem nu en kijk hem even aan. Knik met mijn hoofd en zeg met overdreven mimiek ja. Pietje lacht terug.

Mijn naam roboodt in gebarentaal:
1-handvorm met vinger naar voren gericht, vanaf borsthoogte beweging omhoog, schuine beweging links naar beneden tot halverwege de lijn, horizontale beweging naar rechts. Ezelsbruggetje: een mast met zeil