Ja, in principe is daar geen bezwaar meer tegen. Maar, zou je niet beginnen met tien minuten? Ik heb zojuist aan de fysio gevraagd of het verantwoord is om zondag weer te gaan kanoën. Hoe ik hem heb aangekeken weet ik niet meer, waarschijnlijk meewarig en niet-begrijpend. Nee, zelfs geen half uur. Dan ben ik net de sloot uit en kan ik al terug, zonder één van de plassen te hebben bevaren. Om te beginnen wil ik het grote-kleine-kleine rondje doen. Met andere woorden: de achterste plassen nog even niet buitenom rondvaren, een tochtje van net geen tien kilometer.
We spreken af dat ik mijn kanomaat meevraag met sleeplijn. Als ik merk dat ik mij aan het forceren ben, kan ik worden gesleept. Hij geeft mij zijn zegen. Thuis gekomen app ik gelijk Erik met de vraag of hij voor zondagmorgen ’in te huren’ is. Hij antwoordt direct terug, zondagochtend oké, als het fatsoenlijk weer is.
De verwachtingen zijn goed. Een matige ZO-wind die in de loop van de week krimpt naar een zwak ZO-windje van 2Bf. Met overdag een temperatuur van boven de tien graden. Ik heb er zin in en goede moed. Wil het water weer voelen en beleven, na bijna drie maanden droog te hebben gestaan.
Een beetje spannend is het wel. Hoe zal mijn hand reageren? Pijn, stijfheid en gevoeligheid zijn nog niet voor honderd procent weg. Het diehards rondje op de dinsdagavond is voorlopig nog ver weg voor mij. Mijn conditie is de afgelopen tijd een stuk minder geworden. Ik denk dat ik mijn handen vol heb aan het recreatieve rondje op zondag dat ik regelmatig met Heleen vaar. Ook zij wordt uitgenodigd.
Met z’n drieën varen we op eerste paasochtend om tien uur weg. Ik ben gekleed op de watertemperatuur, een neopreen long-john en een winddichte anorak. Veel te warm voor de buitentemperatuur. We zijn amper de sloot uit en mijn bril beslaat al van de damp die uit de kraag van mijn anorak ontsnapt. Om af te koelen steek ik mijn handen in het water.
Koud, maar aangenaam voor mijn hand. Het vastzetten van het strakke spatzeil om de kuiprand is pijnlijk en geeft een branderig gevoel. Mijn kanogenoten schieten mij te hulp. Volgende week ga ik mijn oude, lossere spatzeil weer gebruiken.
Ondanks dat branderige gevoel is het volop genieten, de sleeplijn is niet nodig. We pauzeren regelmatig. Heleen heeft paaseitjes meegenomen. Een goede balansoefening om die op je peddel aangereikt te krijgen. Dit is een stuk moeilijker dan met eigen gebakken koekjes die niet wegrollen.
Het kanoën zelf voelt ook als een oefening, een revalidatie oefening. In de loop van de maanden is daar steeds meer de klad in gekomen. Gewoon blijven bewegen, niet ontzien maar ook niet forceren is mijn adagio.
Door oefeningen te visualiseren kan je zelfs in gedachten of in je slaap oefenen met resultaat, als ik de fysio goed heb begrepen. Vooraf aan mijn voornemen om weer het water op te gaan, droomde ik hoe ik aan het oefenen was met zijwaarts verplaatsen. Bij het ontwaken uit deze droom, voelde mijn arm echt vermoeid. Ik kan beter gaan dromen over voorwaarts peddelen. Nu tijdens het varen voel ik een vermoeidheid in mijn schouders opkomen. Die waarschijnlijk in de loop van de dag overgaat in spierpijn, die ik graag voor lief neem.
Thuis gekomen krijg ik de vraag hoe het ging. Ik kan alleen maar antwoorden met: een eitje…