Helaas, de tocht zit er al weer op. In de auto naar huis vraagt Just aan mij wat ik het bijzondere aan deze kano dag vond. Mijn antwoord: De combinatie van kanoën en wandelen. We hebben een zonovergoten anorak-vrije overtocht van Lelystad naar de Marker Wadden gevaren. Op deze eilandengroep in het Markermeer een wandeling met vogelobservaties gemaakt en weer terug gepeddeld.
Bij afvaart in Lelystad twijfel ik of ik mijn open zomer-spatzeil of mijn gewone spatzeil ga gebruiken, zo kalm als het water en het weer er uit ziet. Zeer zonnig met een matige wind. Het Markermeer is groot open water dus kies ik voor mijn gesloten spatzeil. Geen slechte keuze. Halverwege de overtocht van negen kilometer krijg ik golven van opzij die over de kuiprand heen lopen. Heerlijk die deining van opzij. Door van koers te veranderen kunnen we soms zelfs even surfen op de lang aanlopende golven. De moeite waard om er een beetje voor om te peddelen.
Als we op een klein zandstrandje in de haven van de Marker Wadden willen aanleggen komt er gelijk iemand aanlopen. Op haar T-shirt staat havenmeester. Toch moet ze drie hulplijnen bellen om ons te vertellen waar we kunnen aanleggen. Ze verwijst ons door naar een zandstrandje achter de derde bootsteiger. Waar een andere vrijwilliger ons al staat op te wachten.
Die vertelt dat er ruim 300 vrijwilligers van Natuurmonumenten actief zijn, die groepsgewijs ongeveer een week hier bivakkeren. Dat zij naast het onderhouden van de natuur, werken in de horeca ook gastheer/gastvrouw zijn. En in die laatste hoedanigheid toegangsgeld moeten vragen. We krijgen daarvoor wel een uitleg over wat de Marker Wadden zijn.
Het is een kunstmatig natuurgebied van 1300 hectare in het Markermeer, dat in 2016 is gestart door Natuurmonumenten. Met de ambitie om van de Marker Wadden één grote natuurarchipel te maken van in totaal 10.000 hectare. Het draagt bij aan het natuurherstel van het Markermeer. Het gebied biedt schuil- en paaimogelijkheden voor vissen. Vogels kunnen er rusten, foerageren en broeden. Inmiddels zijn er 7 eilanden.
Het meest westelijk gelegen eiland met een lange landtong heeft een binnenhaven voor recreanten. Op dit Haveneiland is een ruim 7 kilometer lange wandeltocht uitgezet met schelpenpaden, vlonders over ondiep water, bruggen over de slikken en verschillende vogel uitkijkposten. Ja zelfs een kijkpost voor onder water. Van onderwater kijken is geen sprake. Ik kan in het troebele water niet meer dan 10 cm ver zien. Alleen een klein voorntje laat zich zien en schurkt zich tegen de dikke glasplaat aan. Alsof hij betaalt krijgt om te tonen dat er heus leven onder water is.
Op mijn vraag waarom het een wad wordt genoemd heeft de vrijwilliger niet echt een antwoord. Ik noem het steevast de Marker Waarden. Wat is eigenlijk het verschil tussen een wad en een waard? Thuis zoek ik op dat een waard een gebied is dat ontstaan is onder invloed van rivieren en geheel of gedeeltelijk met rivieren omgeven is. Een wad is een slik- of zandplaat die in een ondiepe zee is ontstaan. Waarbij eb en vloed van invloed waren op het ontstaan ervan.
Vroeger was het Markermeer het zuidelijke deel van de Zuiderzee. Na voltooiing van de Afsluitdijk werd het een deel van het IJsselmeer. Door de oeververbinding van Lelystad naar Enkhuizen, de N302, is uiteindelijk het Markermeer ontstaan. Geen rivierengebied maar ook geen zee met eb en vloed. Een groot open water, dat het gevoel van de zee geeft.
Tijdens de overtocht proef ik onwillekeurig aan mijn handen of het water toch niet zout smaakt. Ondanks een grootwater gevoel mis ik wel de spanning die hoort bij een tocht met getijden. Het moeten doorpeddelen om de stroom niet tegen te krijgen. Het afvragen of de tochtplanning goed is gemaakt en het stroomvoordeel klopt. Voor de tochtleiders is het ontbreken van een getijde makkelijk. Een half uur vertraging is geen probleem. We vertrekken ruim een half uur later uit Lelystad dan gepland. Het parkeren en afladen van de kano’s duurt langer door een kite-wedstrijd die die dag bij het vertrekpunt plaats vindt.
Bij de wandeling op het bezoekerseiland vogelen we er lustig op los. Het vrouwelijke baardmannetje noemen we steevast baardvrouwtje. Veel andere vogelsoorten worden gespot en hardop benoemd, waarvan ik de namen alweer ben vergeten. Ik herinner mij slechts de gele kwikstaart, verschillende soorten plevieren en de zwartkopmeeuwen. Maar hoe ze er ook al weer uitzien moet je mij niet vragen. Van andere wandelaars horen we over een geoorde fuut en een flamingo. We gaan er naar op zoek, zonder resultaat. Wel gehoord, maar ook niet door ons gezien, is de Kleine karekiet.
Bij het terug kanoën naar Lelystad is een hoge boom mijn oriëntatiepunt waarop ik aankoers. Dichterbij wordt het een grote kale boom. Nog dichterbij zie ik dat wat ik voor een kale boom aanzie het kunstwerk Exposure van Anthony Gormley is. Een hurkende man van 26 meter hoog, die vanaf het havenhoofd over het Markermeer uitkijkt. Een opengewerkt stalen staketsel, in de volksmond de poepende man genoemd.
Op het kite-strand van Lelystad aangekomen kijk ik naar het kunstwerk. Ik zie een peinzende hurkende man in gedachten verzonken. Zich afvragend of het nu een wad of een waard is waar hij op uitkijkt.
… of misschien zit hij ook wel gewoon na te genieten van zo’n mooie zonnige kanotocht.
roboodt