(Emiel06) De 11ST is weer voorbij. Het was pittig. Vrijdag 09.00 uur vertrokken uit Franeker, bij kanovereniging Onder de Wadden. Ik kwam zaterdag 15.15 uur aan, frisser dan ik mij voelde bij de controlepost Leeuwarden. Na Dokkum op 46km had ik n.l. last gekregen van de warmte. Daarvoor lange trajecten 4Bft oosterwind tegen gehad. Dat beviel mij juist wel. Na de pauze in Ljouwert voelde ik mij beter; kregen we gratis, volop regen en onweer. We konden toch door. Rond middernacht, op het Slotermeer en de prachtige Luts was alles weer rustig. Mijn vaarmaatje raakte wel vermoeid. Na Stavoren moest hij toch opgeven. Het weer was bewolkt, 2 Bft. Fijn. Roboodt was mijn vaste volger op de wal. Harstikke bedankt voor de reis die we de samen maakten. Ik voer best soepel door. Bij de finish in Franeker was ik 3e. Ik heb de eindstand niet, maar max 10 vd 21 kajakkers konden de eindstreep halen. Zonder blessures, heb ik genoten van deze unieke kajaktocht. Aldus zijn korte verslag op de groepsapp 11 stedentocht Emiel volggroep.
In 2019 geeft Emiel zich op voor de Elfstedentocht non-stop voor kajakkers. Nu vijf jaar later klinkt eindelijk weer het ‘It giet oan!’ voor deze Tocht der Tochten voor kanoërs. Steeds opnieuw uitgesteld door corona, te weinig deelnemers en naar ik begreep ook door bestuurlijk veranderingen. Een tocht van bijna 200 km die binnen 36 uur gevaren moet worden. Zonder slaappauzes. Het verhaal gaat dat ooit een kajakker die een uurtje ging slapen, door de organisatie zonder pardon gediskwalificeerd is.
Bij de verwezenlijking van zijn oude-jongere wens begeleid ik Emiel door hem van zijn eten en drinken te voorzien, een oogje in het zeil te houden op zijn fysieke gesteldheid en andere hand en spandiensten, zoals hulp bij het overdragen en aanleggen. Zijn kluun-maatje dus. Hij mag dan niet slapen tijdens de pauzes, ik heb mijn auto omgebouwd tot een klein campertje met een slaapmat om languit te kunnen liggen. Als Emiel tussen twee steden een afstand van ruim drie uur moet varen kan ik wel even een tukkie doen, denk ik. In de praktijk komt daar niets van terecht. In het donker zijn sommige controleposten moeilijk te vinden. Met alleen een postcode van 4 cijfers, een straatnaam zonder nummer, verscholen achter een gebouwtje of zelfs onbereikbaar met de auto kost dit erg veel tijd. In Sloten rijd ik meer dan een half uur rond voordat ik het kampvuur zie, en moet daarna nog uitvinden hoe ik er met de auto zo dicht mogelijk bij kan komen.
Tot Leeuwarden heeft Emiel de tijd om een vaste kanomaat te zoeken met min of meer dezelfde vaarsnelheid. Uit veiligheid omdat ze in het donker en over groot open water gaan varen, mogen de deelnemers na Leeuwarden niet meer in hun uppie door peddelen. Bij de eerste overdracht plaats in Wier komt hij als derde aan, met in zijn kielzog ene Erik, zijn duo-vaarder voor de rest van de tocht. In Dokkum zie ik als eerste Emiel de haven in komen en pas in de verte Erik. Emiel zijn vaarsnelheid is duidelijk hoger en hij wil zoveel mogelijk zijn eigen, vooraf opgesteld, schema kanoën.
Aangekomen in Leeuwarden heeft Emiel het toch zwaar. Hij ziet bleek, is misselijk en praat zelfs lijzig. Nadat de warme maaltijd in de bosjes terecht is gekomen, krijgt hij weer kleur. Een dip die volgens hem komt door de warmte bij wind mee van Dokkum naar Leeuwarden. Ik overleg met de begeleider van Erik, die een medische achtergrond heeft. We besluiten ze een langere pauze te geven en het aan te kijken tot IJlst: want daarna volgt de nachtelijke oversteek van het Slotermeer. Ze vertrekken nu als derde koppel, maar komen in IJlst weer als tweede koppel aan. Ook anderen hebben last van een of meer dipjes.
Onderweg naar IJlst, in de stromende regen die maar niet lijkt op te houden, met gerommel van onweer in de verte, heb ik voor Emiel een aardbeien/banaan smoothie gekocht. Iets makkelijk verteerbaars en voedzaams dat hij er hopelijk niet uit kotst. Gelukkig heeft hij weer volop praatjes en wensen bij aankomst. Nu is het Erik die extra aandacht en verzorging nodig heeft. Het herstel van Erik duurt wat langer dan de geplande pauze uit het schema van Emiel. Uiteindelijk krijgen ze onze zegen om in het donker het Slotermeer over te steken. Ook van de organisatie is er toestemming om door te varen. Het gerommel en de lichtflitsen in de verre verte zijn ruim verwijderd van het grote openwater.
Via live-locatie-delen volg ik ze. Vlak voor het Slotergat zie ik dat ze niet goed uitkomen. In het pikkedonker zwalken ze een hele tijd heen en weer op zoek naar de ingang van Sloten. Mopperend hierover maar wel monter, nu de regen uiteindelijk gestopt is, leggen ze aan voor een korte pauze met kampvuur,
Daarna op weg naar Stavoren waar een langere pauze is gepland. Als ze daar aankomen hebben ze ruim 130 km gepeddeld. Hier krijgt Erik weer extra zorg van zijn begeleider, veel rek en strek oefeningen. Ook de verweekte handen van Emiel, wit gerimpeld van het constante vocht, krijgen wat lucht en drogen enigszins op. Om daarna weer even hard te weken en te plooien.
Ze zijn onderweg naar Bolsward, op weg naar het ochtendgloren. In het licht varen ze weer stevig door. Bij de controlepost in Bolsward kan ik eindelijk even slapen. Ik wrijf mijn ogen uit als ik Emiel toch echt in zijn eentje zie aan komen, zonder zijn ondertussen vertrouwde kanomaatje. Bij Hindelopen was Erik op: echt op zoals zijn begeleider mij appt. Moe, ja doodmoe hoor ik van Emiel. Hij heeft zich opgeblazen.
Emiel vaart dan nu wel alleen, het support vanaf de wal is meer dan verdubbeld. Zijn eega en twee vrienden wachten hem in Bolsward ook op. Samen volgen we hem naar Harlingen.
Bij Witmarsum staan we te wachten tot hij voorbij komt. Mijn telefoon gaat, het is de organisatie. Emiel had in Bolsward niet verder mogen gaan. Hij had daar moeten wachten op de volgende groep die ruim driekwartier achter hem aankomt. Ik weet de organisatie te overtuigen dat Emiel echt niet hier in Witmarsum stopt. Iemand In the middle of nowhere onverwachts laten stoppen, na 140 km varen kan je niet maken. Zeker niet Emiel die gewend is om in zijn eentje grote afstanden af te leggen. Ik spreek af dat hij in Harlingen op de volgende groep zal wachten. Na Harlingen is het laatste traject naar Franeker over het van Harinxmakanaal, een grootwater met veel beroepsvaart. Begrijpelijk dat hij daar niet in zijn eentje mag varen.
In Harlingen zie ik bij de controlepost een kajak liggen, een waarin ikzelf ook vaar. Ik overleg met de organisatie of Emiel kan doorvaren als ik hem in deze boot begeleid. De wind is zwak, er zijn amper golven en op zaterdag zijn er nagenoeg geen grote schepen te verwachten. Ik krijg geen toestemming. We zullen de regels moeten respecteren. Ik beëindig het telefoongesprek met: als jullie je toch nog bedenken dan hoor ik dat graag. Net voordat hij aankomt in Harlingen krijg ik groen licht om samen met Emiel verder te peddelen. Voor mij de kers op de taart in de begeleiding, zoals iemand mij appte en Emiel kan zijn flow vasthouden.
In zijn app verslag bedankt Emiel mij voor de reis die we samen maakten. Eindelijk heeft hij na vijf jaar zijn wens vervuld. Maar…, eigenlijk moet ik hem bedanken. Ook ik heb een wens vervuld. Op weg naar Franeker, als ik naast hem vaar, kan ik eindelijk mijn bootpunt voor zijn bootpunt houden. Emiel is zo’n doorvaarder dat mij dat nooit lang lukt. Oké, eerlijk is het niet helemaal. Hij heeft al ruim 180 km in de armen zitten. Toch voelde het wel heerlijk. Ondanks die grote hoeveelheid kilometers die hij al gepeddeld heeft is de kruissnelheid op het Harinxmakanaal 8 km per uur.
In Franeker komt Emiel als derde binnen. Hij is dan ruim 30 uur en een kwartier onderweg en heeft iets meer dan 26,5 uur gepeddeld. Een pracht prestatie voor iemand die deze Tocht der Tochten voor de eerste keer volvaart. Petje af, met een welverdiende grote bos bloemen.
Roboodt, 11-09-2024