Het krioelt van de pappa’s en de mamma’s. Wil ik iets goed zien, dan moet ik om de mensen heen kijken. Het is de presentatie van het thema ‘ik ben een kunstenaar’. De suppoosten hebben het druk met het duiden van de werken. Het voelt als een echte tentoonstelling.

Zo, wat vind je ervan vraagt een moeder aan mij. Zij weet dat ik naast invalchauffeur ook beeldend kunstenaar ben. Er zitten pareltjes tussen, antwoord ik. Terwijl we naar de ingekleurde tekeningen van het meisje met de parel van Vermeer kijken. Sommige keurig binnen de lijntjes van kleur voorzien, andere out of the box gekleurd. Alle tekeningen hebben een ruimtelijk effect door een gekleurde kraal als parel aan het oor.

In de zelfportretten, grote foto’s met een half gezicht waarvan de andere gezichtshelft door het kind zelf is afgemaakt, zie ik mooie tegenstellingen. Over hoe ik het kind in het vervoer ervaar en hoe die zichzelf weergeeft. Allie is in de auto vaak een stuiterbal maar heeft zichzelf nu uiterst pietje-precies afgetekend. Ik zoek vergeefs naar de concentratie zweetdruppels op het papier. Gelijk denk ik laat die vak deformatie los en geniet er gewoon van.

Van de grote toren met gestapelde bewerkte dozen geniet ik zeker. Het geeft een esthetische beleving en is bijzonder omdat dit gesamtkunstwerk samen is gemaakt met ook de groepen van de andere instellingen in het gebouw.

Zo zie je maar weer dat kunst verbindt en grenzen kan overstijgen.